INLEIDING

Het merendeel van de bevolking weet dat alcohol van invloed is op de rijvaardigheid. Toch stappen jaarlijks veel mensen die teveel alcohol op hebben, achter het stuur. Dit essay beschrijft het effect van de alcohol op de mens en vervolgens het effect van het drankgebruik op de verkeersveiligheid., tevens bekijken wij de ontwikkeling van alcoholgebruik in het verkeer van de afgelopen jaren.

 

Wat is alcohol?

Alcohol is een natuurproduct dat ontstaat door de gisting van bijvoorbeeld eerst (bier) of druiven (wijn). Door gisting kan een alcoholpercentage van ongeveer 1 tot 15% worden bereikt. Drank met een alcoholpercentage tot 15% noemen we zwak-alcohol houdend. Door het distilleren van zwak-alcoholhoudende drank kunnen dranken met een hoger alcoholpercentage ontstaan; sterke drank.

Alcohol wordt in drie hoofdgroepen ingedeeld: bier, wijn en gedistilleerd.

De afgelopen jaren is er een vierde groep op de markt gekomen: mixdrankjes, shooters en alcopops. Drankjes in deze laatste groep smaken als frisdrank. Ze worden geserveerd in verschillende blikjes en flesjes en bevatten alcoholpercentages die uiteenlopen van 5 tot 30%.

 

Standaardglazen

Alcohol wordt geschonken in standaardglazen.

Dit betekent dat de afmeting van het glas is afgestemd op het alcoholpercentage.

Hoe sterker de drank, hoe kleiner het glas.

Een standaardglas bier (250 cc) bevat ongeveer evenveel alcohol als een standaardglas wijn

(100 cc) of sterke drank (35 cc), namelijk 10 gram.

 

De werking en effecten van alcohol

De opname in het lichaam Alcohol komt via de mond en de slokdarm in de maag. Een klein deel wordt daar omgezet. De rest komt onverteerd in het bloed terecht en wordt verdeeld over het lichaamsvocht. Via het bloed bereikt de alcohol na een minuut of 10 de hersenen en vanaf dat moment ben je onder invloed.

De effecten op korte termijn De effecten van alcohol hangen samen met de hoeveelheid die je drinkt en de snelheid waarmee je drinkt. Ook speelt maagvulling een rol. Als je voedsel in je maag hebt, komt de alcohol gelijk matiger en langzamer in de bloedbaan terecht.

Verder zijn gewicht en sekse van invloed, omdat deze factoren de hoeveelheid lichaamsvocht bepalen. Vrouwen wegen minder en hebben relatief minder lichaamsvocht dan mannen. Bij vrouwen wordt dezelfde hoeveelheid alcohol dus verdeeld over minder lichaamsvocht. Hierdoor zijn vrouwen sneller onder invloed dan mannen. Bij vrouwen leidt een standaardglas alcohol gemiddeld tot een promillage van 0,3 en bij mannen tot een promillage van 0,2.

> 1 – 3 glazen

Alcohol is een verdovende stof, ook al lijkt dat in eerste instantie niet zo. Het drinken van één tot drie glazen alcohol binnen een uur werkt voor de meeste volwassenen opwekkend. Dit komt doordat alcohol je remmingen verdooft,

waardoor je vrolijker en spraak zamer wordt.

> 3 – 7 glazen

Bij 3 tot 7 glazen binnen een uur veranderen je stemming en gedrag duidelijk. Je overschat jezelf en wordt opgewonden, je geheugen wordt minder, je kunt situaties minder goed beoordelen en je reactiesnelheid loopt terug.

> 7 – 20 glazen

Bij 7 tot 20 glazen per gelegenheid worden alle effecten van alcohol steeds sterker. Je zelfkritiek verdwijnt, je beweging en coördinatie raken ernstig verstoord en je gaat je overdreven emotioneel gedragen. Je gezicht wordt rood en zwelt op, je zintuigen zijn totaal verdoofd. Je raakt in de war, bent afwezig en wat je hoort en ziet dringt nauwelijks tot je door. Er kunnen black-outs voorkomen: tijdelijke geheugenstoornissen, waardoor je je de volgende dag niet meer herinnert wat er is gebeurd.

> Meer dan 20 glazen

Bij meer dan 20 glazen is de situatie levensgevaarlijk. Je adem haling en je polsslag vertragen zo sterk dat je in een coma kunt raken en zelf kunt overlijden door een ademhalings- of hart stilstand.

 

De afbraak van alcohol

Alcohol wordt voornamelijk in de lever afgebroken. De lever werkt hierbij in een vast tempo: het afbreken van 1 standaardglas alcohol (ongeacht de soort drank) duurt 1 à 1,5 uur. Als je 8 glazen hebt gedronken, is de lever dus 8 tot 12 uur bezig om de alcohol af te breken. Dit betekent dat je na een avondje stevig drinken ’s ochtends nog steeds alcohol in je bloed kunt hebben! Niets helpt om deze afbraak te versnellen. Dus ook niet een koude douche, koffie, eten of frisse lucht.

Door genetische factoren (enzymactiviteit) en omgevingsfactoren (bijvoorbeeld drinkgewoonte) kan de snelheid van het alcoholmetabolisme van persoon tot persoon variëren.

 

Bij bepaalde bevolkingsgroepen (zoals ca. 30 – 50% van de Aziaten) werkt het het acetaldehyde dehydrogenase enzym minder goed. Dit resulteert bij hen in hogere acetaldehyde concentraties na alcoholconsumptie, zij worden eerder dronken, met alle vervelende gezondheidseffecten die daarmee samenhangen, zoals hoofdpijn en braken.

 

Het afbraakproces van alcohol door de lever kan niet versneld worden door stoffen als cafeïne en pepermunt. Ook ‘frisse lucht’ of een koude douche heeft geen effect op de afbraaksnelheid van alcohol.

 

Historie alcohol en verkeer

In het midden jaren zestig heeft een onderzoeksgroep onder leiding van Robert Borkenstein in de Verenigde Staten via een case-control studie de statistische correlatie bepaald tussen het alcoholgehalte van het bloed (het BAG) en de kans om bij een verkeersongeval betrokken te raken (Borkenstein et al., 1974). De belangrijkste resultaten van dat onderzoek:  pas bij een BAG (Bloed Alcohol Gehalte) tussen 0,50 en 0,79‰ is de kans op een ongeval significant groter (35%) dan bij een BAG van 0‰, om vervolgens exponentieel toe te nemen met het stijgen van het BAG. Bij een BAG tussen 0,80 en 0,99‰ is de kans bijna twee keer zo groot, bij een BAG tussen de 1,00 en 1,49‰ bijna zes keer en bij een BAG van 1,50‰  of hoger ruim 18 keer (zie Afbeelding 1).

 

Afbeelding 1. Relatie tussen BAG en ongevalskans (naar Borkenstein et al., 1974).

 

 

 

 

 

 

Het onderzoek van Borkenstein heeft wereldwijd geleid tot de invoering van wettelijke BAG-limieten als objectieve maatstaf voor rijden onder invloed. Nederland heeft in eerste instantie als één van de weinige Europese landen gekozen gekozen voor een wettelijke limiet van 0,5‰. In internationaal verband gezien was deze limiet aan de lage kant; de meeste West-Europese landen kozen voor 0,8‰ en de meeste Amerikaanse staten zelfs voor 1,0‰. Alleen in het voormalige Oostblok werden indertijd 0‰-limieten ingevoerd, die ook nu nog voor een belangrijk deel bestaan.

De huidige wettelijke limiet van 0,5‰  is op 1 november 1974 in Nederland ingevoerd. Zie hiervoor artikel 8 van het Wegenverkeerswet.

 

Effect van alcohol in verkeer

Uit rijtaakstudies blijkt dat vanaf een BAG van 0,5‰ ongunstige effecten optreden op de volgende rijvaardigheidsaspecten:

- rijden met constante snelheid;

- koershouden;

- reactiesnelheid op onverwachte situaties.

Verder blijken onervaren automobilisten trager te reageren dan ervaren automobilisten met dezelfde BAG-waarde.

 

 

Lagere BAG voor beginnende bestuurders.

Uit onderzoek blijkt dat bestuurders die nog maar kort hun rijbewijs hebben, relatief vaak betrokken zijn bij verkeersongevallen. Uit onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) blijkt verder dat de kans op een ongeval na alcoholgebruik sterker toeneemt naarmate een bestuurder jonger is.

Op 1 januari 2006 werd voor Beginnende Bestuurders het alcoholpromillage van 0,5 naar 0,2‰- aangescherpt. Volgens SWOV zou dit lijden tot een vermindering van ongeveer 12 verkeersdoden en 100 ziekenhuisopnamen per jaar.

 

Wat betekent het ‘alcoholpromillage’ in het bloed?

Dit is de concentratie alcohol (in grammen) per liter bloed. Deze kan als volgt worden berekend:

BAG = a x 10

             g x r

 

BAG=Bloed Alcohol Gehalte ( sommige Nederlandse literatuur spreekt ook over BAC - Bloed Alcohol Concentratie, Blood Alcohol Concentration)

 

a = aantal glazen

g = lichaamsgewicht

r = het percentage lichaamswater: 0,65 bij mannen en 0,5 bij vrouwen

 

- het aantal gedronken milliliters alcohol = het gedronken volume x het alcohol %

- 1 ml alcohol weegt 0,8 g

- Doordat mannen en vrouwen verschillende lichaamssamenstelling hebben, verschilt de factor 'r' per geslacht: 0,65 voor mannen en 0,5 voor vrouwen

 

 

Hoe staat het met het alcoholgebruik in het verkeer?

De ontwikkeling van het alcoholgebruik in het Nederlandse verkeer wordt al sinds begin 1970 gevolgd met behulp van het onderzoek Rij- en drinkgewoonten. Tot 1999 heeft de SWOV dit uitgevoerd in nauwe samenwerking met de politie, in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. In 1999 is het onderzoek overgedragen aan de toenmalige Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV), de huidige Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) van Rijkswaterstaat. Bij het onderzoek worden willekeurige automobilisten in weekendnachten van het najaar uit het rijdende verkeer gehaald en op alcoholgebruik getest. De steekproef onder automobilisten is in de loop van de tijd steeds groter geworden. Dit onderzoek geeft het beste beeld van de ontwikkeling van alcohol in het verkeer.

 

Afbeelding 1 toont de ontwikkeling van het aandeel bestuurders onder invloed in weekendnachten vanaf 1973. Tussen 1973 en 2007 is het alcoholgebruik in weekendnachten in het Nederlandse verkeer met ongeveer 80% afgenomen. De voornaamste factoren voor de daling in de afgelopen 35 jaar zijn de invoering van de alcohollimiet van 0,5 promille in 1974, de invoering van elektronische ademtesters in 1984 en de invoering van de ademanalyse voor bewijsdoeleinden in 1987, waardoor het toezicht toenam. Daarnaast zijn vanaf 1999 de regionale verkeershandhavingsteams ingevoerd en werd in 2001 de publiekscampagne 'Bob' gelanceerd. Ten slotte is per 1 januari 2006 de alcohollimiet voor beginnende bestuurders verlaagd naar 0,2 promille. Het aandeel overtreders in weekendnachten heeft zich de laatste jaren gestabiliseerd rond de 3% (DVS, 2008). Met name de daling in 1974 springt in het oog. In de eerste periode na de invoering van de alcohollimiet schatten bestuurders de pakkans enorm hoog in. Toen na verloop van tijd bleek dat de pakkans helemaal niet zo groot was, nam het aandeel overtreders snel toe. Het aandeel bleef echter wel significant lager dan in de periode voor de invoering van de alcohollimiet.

 

Hoe veel slachtoffers zijn er door alcohol in het verkeer?

De omvang van het alcoholprobleem voor de verkeersveiligheid is het meest direct af te lezen uit het aantal doden en gewonden bij alcoholongevallen. Onder een alcoholongeval verstaan we een ongeval waarbij ten minste één van de betrokken bestuurders alcohol heeft gebruikt. Wanneer we daarbij afgaan op de geregistreerde ongevallen, leidt deze definitie zeker tot een onderschatting van het probleem. In de eerste plaats komen, net als andere ongevallen, lang niet alle alcoholongevallen in de politieregistratie terecht. Bovendien onderzoekt de politie lang niet alle bij een ongeval betrokken bestuurders op het gebruik van alcohol. Overleden bestuurders worden bijvoorbeeld vrijwel nooit getest op alcohol, omdat dat uit strafrechtelijk oogpunt niet zinvol wordt geacht.

 

In de Tabel is te zien dat het aantal geregistreerde alcoholslachtoffers in Nederland afneemt. Het aandeel geregistreerde alcoholslachtoffers (doden en ziekenhuisgewonden) ligt echter al twintig jaar rond de 9,5%. Dit verschil wijst erop dat maatregelen tegen rijden onder invloed minder effect hebben op een groep zware drinkers, die de meeste alcoholongevallen veroorzaakt. Een andere verklaring kan het toegenomen combinatiegebruik van alcohol en drugs zijn.

Het werkelijke aandeel alcoholslachtoffers ligt een stuk hoger. Volgens schattingen van de SWOV is ongeveer 25% van de verkeersdoden in Nederland het gevolg van alcohol, al dan niet in combinatie met drugs. Daarvan heeft globaal twee derde alleen alcohol, en een derde een combinatie van alcohol en drugs gebruikt.

 

 

Konklusie

Alcohol heeft sterke invloed op het rijgedrag en naar schattingen van SWOV is 25% van de verkeersdoden het gevolg van alcohol!

 

 

Bronverantwoording

Voor deze essay zijn de volgende bronnen geraadpleegd:

 

[Borkenstein et al, The role of the drinking driver in traffic accidents (the Grand Rapids Study). 2nd edition. 1974],

Alcohol, Accidents and risk (Universität von Würzburg 2007),

Crash Risk Of Alcohol Involved Driving,

SWOV - Factsheet “Rijden onder invloed van alcohol”

NIGZ “Feiten over alcohol” een folder uitgegeven door Trimbos-instituut, welke het landelijk kennisinstituut is voor geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en maatschappelijke zorg.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat onderzoeksraport 2008: ”Rijden onder invloed in Nederland in 1999-2008”

SWOV -  Raport: “Opname en afbraak van alcohol in het menselijk lichaam” door M.P.M. Mathijssen & drs. D.A.M. Twisk